Kunst en cultuur zijn cadeaus aan jezelf, vindt artistiek directeur van De Parade Nicole van Vessum. Haar must sees en meer lees je hier.
Nicole van Vessum
Artistiek directeur De Parade
Foto: Annaleen Louwes
“Wauw”
“Je kunt zelfs pissig raken op een voorstelling. Goed gemaakte podium- of beeldende kunst voert je langs alle emoties. Het verschaft inzicht en kan je twee uur later heel anders de deur uit laten lopen. Totaal verrast. Troost vind ik een tuttig woord maar het gevoel na een avondje cultuur is soms echt ‘Wauw, wat bijzonder dat ik hier bij ben geweest’. Het is een cadeau dat ik ook anderen gun”, zegt Van Vessum.
(On)toegankelijk
Na 35 jaar werken in de cultuursector weet ze inmiddels niet beter dan dat kunst en cultuur altijd in haar leven zijn. De kracht van de twee zit ‘m in Nederland naar haar zeggen vooral in de veelzijdigheid ervan.
En dat toegankelijke uitingen zoals concerten van André Rieu kunnen bestaan naast minder laagdrempelige zoals experimentele mimevoorstellingen.
“Het Rijk en het publiek dat erop afkomt dragen daaraan bij, maar zeker ook het lef van de makers. Het is mooi hoe Nederland staat voor een zekere dapperheid en de durf om niet te pleasen.
Maandag museumdag
“Als we de financiën even buiten beschouwing laten, zie ik niet veel wat moet worden verbeterd in de sector. Wel is het misschien een idee om de openingstijden te verbreden.
Dat een voorstelling ook om elf uur ’s ochtends is te bekijken bijvoorbeeld, en museumbezoekjes op maandag mogelijk zijn. Veel museumdeuren blijven op die dag nu nog gesloten.
“Nederland staat voor een zekere dapperheid”
Een grote verandering in kunst en cultuur die mij de laatste jaren erg opvalt is de ‘festivalisering’ van Nederland. Is er vermaak, eten en drinken dan wordt een evenement meteen een festival genoemd. Alleen Amsterdam telt er al 365. Voor mij gaat een festival om méér en om treden buiten gebaande paden. Het moet ergens voor staan.”
Laagdrempelig
In het geval van De Parade is dat vooral het toegankelijker maken van podiumkunsten en beeldende kunst, zegt Van Vessum.
Dit probeert de organisatie te realiseren met een halfuursprogrammering –elke voorstelling duurt 30 minuten- en een volgens haar zo laagdrempelig en gevarieerd mogelijke opzet. “Weet je niet wat je van moderne dans moet vinden dan ga je daarvoor hoogstwaarschijnlijk niet anderhalf in een schouwburg zitten.
Op De Parade kun je de tent binnenlopen en het eens uitproberen. De brede opzet spreekt veel mensen aan; artiesten zoals Ellen ten Damme treden op naast pas afgestudeerde theatermakers.”
Dit moet je zien
De vraag om drie must sees op De Parade van dit jaar te noemen lijkt een lastige voor de artistiek directeur. Niet alleen wil ze niemand tekort doen, ook loopt het aantal voorstellingen op het festival dik in de tientallen.
“Podiumkunst kan je heel anders de deur uit laten lopen”
Maar, het Parademuseum is wel een van haar aanraders. “Dat staat er voor de tweede keer in ons bestaan en deze keer is er een videopresentatie van De Fundatie in Zwolle te zien. Het bijzondere is onder meer dat je compleet vergeet dat je in een tent staat.
Een andere tip is een bezoek aan Zaal 4, een onderdeel van Zaal 3 van het Nationale Theater, waar je kleine voorstellingen van jonge makers treft waar maar 30 mensen bij aanwezig kunnen zijn. Die kleine opzet is vrij speciaal.
Ook moet je zeker naar de voorstelling van Alex Klaassen en Henry van Loon. Als een soort Nick en Simon staan ze op de planken en slingeren ze meezingers het publiek in, dat deze al gauw herkent en oppikt. Het mooie eraan is dat de bewuste liedjes helemaal niet bestaan.”