Senioren die langer thuis blijven wonen en dus minder mensen die gebruik maken van intramurale zorg. Dat is het doel van minister Conny Helder van Langdurige Zorg. Een trend die overigens al eerder is ingezet: in 1990 woonde 83 procent van de 75-plussers thuis, in 2020 al 92 procent. Het zorgt wel voor fors extra druk op thuis- en mantelzorg en om dit houdbaar te houden is verandering nodig, zeggen betrokken organisaties.
Thuis blijven wonen is wat veel mensen zelf graag willen, het is een positieve ontwikkeling dat dit steeds vaker gebeurt. Aan de andere kant is het voor veel mensen niet mogelijk om dat hun hele leven zonder ondersteuning te doen, daarvoor leunen zij in toenemende mate op mantelzorgers en thuiszorgprofessionals.
De druk op deze zorgverleners neemt daardoor toe, er wordt steeds meer van ze gevraagd. Dat leidt tot bezorgdheid bij drie organisaties die zich dagelijks met dit onderwerp bezig houden: KBO-PCOB (belangenvertegenwoordiger voor senioren), MantelzorgNL (belangenvertegenwoordiger voor mantelzorgers) en Home Instead Thuisservice (professionele thuiszorgorganisatie). Alledrie hebben ze een duidelijke visie op wat er precies moet veranderen om het systeem toekomstbestendig te maken. Daarover gingen ze met elkaar in gesprek.
Een oplopende zorgvraag, vergrijzing en personeelstekorten laten het systeem soms piepen en kraken. Dat heeft tevens zijn weerslag op thuiswonende senioren die zorg nodig hebben en op mantelzorgers. Bij Home Instead erkennen ze ook de druk op de mantelzorgers en de zorg thuis en zien ze de huidige aanpak als onderdeel van het arbeidsmarktprobleem.
De huidige opleidingseisen voor zorgprofessionals werken oplossingen voor het personeelstekort tegen, zegt Leonie Baltussen, Business Performance Manager van Home Instead Thuisservice. “Dat erkennen nu ook gemeenten en zorgkantoren waar we mee samenwerken. Alleen maar sturen op zorgdiploma’s gaat de problemen zeker niet verhelpen. Wat echt een verbetering is, is de inzet van HBO-V opgeleide klant coördinatoren in combinatie met getrainde zorgprofessionals, gericht op welzijn. We moeten zorgen voor goede ondersteuning op de juiste plek, in samenwerking met mantelzorgers.”
Het is belangrijk dat er een integrale aanpak komt
Ingrid Rep
Ingrid Rep, directeur van KBO-PCOB, denkt eveneens dat de problematiek kan worden verminderd door bepaalde zaken anders aan te pakken. “Het is belangrijk dat er een integrale aanpak komt. Daarnaast moet de verbinding tussen professionele zorg en mantelzorgers veel beter. Het is overigens ook verstandig als mensen eerder gaan nadenken over hun eigen toekomst en niet wachten tot het moment dat ze zorg nodig hebben. Je kan het best zo vroeg mogelijk beginnen met het in kaart brengen van jouw mogelijkheden.”
Rep ziet dat senioren bezorgd zijn over de toekomst, niet iedereen kan namelijk rekenen op mantelzorg. “Zo sprak ik iemand die weliswaar een zoon heeft, maar die woont 300 kilometer verderop. En wat te denken van alleenstaande senioren zonder netwerk waar ze op terug kunnen vallen?”
Mantelzorgers krijgen steeds meer op hun bord, merkt Fleur Kusters van MantelzorgNL. Het zou volgens Kusters voor mantelzorgers bijvoorbeeld al veel schelen als ze minder tijd kwijt zijn aan allerlei ‘regeltaken’, zoals administratie. Uit onderzoek blijkt dat ze dit gemakkelijk zo’n drie uur per week kost.
“Een voorbeeld daarvan zijn gemeenten die de eis stellen dat iemand bewijst mantelzorger te zijn, maar het vervolgens niet gewenst vinden dat er een mantelzorgverklaring komt. Dan word je dus als mantelzorger van het kastje naar de muur gestuurd, op zoek naar iets wat niet bestaat. Naast dat mantelzorgers zelf vaak ook nog een gezinsleven hebben, is het tijd die ze liever zouden besteden aan het ondersteunen van een naaste die dat nodig heeft.”
De overheid moet in de ogen van Kusters daarom meer doen om mantelzorgers te helpen, zeker omdat ze verwacht dat de druk in de toekomst nog hoger wordt. “De overheid zou mantelzorgers moeten faciliteren in plaats van frustreren. Nu is het vooral dat laatste, door allerlei wet- en regelgeving die vooral ergernis geeft.”
Een andere manier om mantelzorgers te ontlasten, is het vergroten van het aantal thuiszorgprofessionals. In die zin bieden de cijfers van Home Instead hoop, want die laten zien dat het al jaren achter elkaar lukt om nieuwe medewerkers te binden en te trainen. In 2019 waren het er ruim 400 en daarna liep dit aantal elk jaar op. In 2022 zijn meer dan 1.000 getrainde zorgprofessionals toegevoegd aan de arbeidsmarkt. Mensen met elke achtergrond worden getraind.
“Door ons trainingsprogramma voegen wij elk jaar zorgprofessionals toe aan de arbeidsmarkt”, zegt Baltussen. “De focus in die trainingen ligt op welzijn, en juist dat welzijnsaspect is voor veel senioren van groot belang, bijvoorbeeld voor mensen met dementie. Als we innovatief zijn, komen we in Nederland tot meer van zulke oplossingen en maken we daarmee het hele systeem sterker. Het zou goed zijn om vooral te kijken naar het belang van preventie en welzijn en ons focussen op het grote potentieel van de arbeidsmarkt. Het moet anders en het kan ook anders.”
Voor de overheid is er dus werk aan de winkel, vinden de drie organisaties. Ze hopen dat dit leidt tot betere ondersteuning voor mantelzorgers, een slimmere inzet van zorgprofessionals en een andere kijk op hun opleidingseisen.
Baltussen sluit af met een oproep: “Wij hebben bij Home Instead door het hele land vacatures, voor mensen met diverse achtergronden. Ik hoop van harte dat we die in kunnen vullen. Door te werken in de zorg thuis doe je iets heel moois: het mogelijk maken van een gelukkig en lang leven voor senioren, namelijk op de mooiste plek: thuis.”
Leonie Baltussen
Business Performance Manager
Home Instead Thuisservice
Ingrid Rep
Directeur
KBO-PCOB
Foto: Janita Sassen
Fleur Kusters
Persvoorlichter
MantelzorgNL