Brand je vingers niet langer aan de meestgemaakte BBQ-fouten

Met de zomer in het verschiet wordt menig barbecue weer tevoorschijn gehaald. Deze geliefde manier van eten (bereiden) oogt vrij rechttoe rechtaan, maar het kan tot ware kunst worden verheven. Met deze tips van barbecue avonturier Jord Althuizen kan jij voortaan de meestgemaakte barbecue fouten voorkomen en til jij je barbecue skills naar een hoger niveau!

1. De deksel is geen overbodige accessoire

“De deksel van een barbecue niet gebruiken is eeuwig zonde. Deze leent zich namelijk voor temperatuurcontrole. Vooralsnog beland een deksel niet op de barbecue maar vaak in het gras, naast een barbecue. Zonder deksel houd je een barbecue echter niet op de juiste temperatuur doordat je vuur maar heter en heter wordt en zich niet laat afremmen.”

2. Specifieke temperaturen voor de beste resultaten

“Weten welke bereidingstemperatuur het beste is, is de basis voor een betere barbecue. Wil je bijvoorbeeld een dikke brisket low en slow bereiden? Ga dan voor 105 graden Celsius en reken 14 tot 16 uur om een mals en sappig eindresultaat te verkrijgen. Wil je bijvoorbeeld een beer can chicken bereiden? Kies dan voor 160 graden Celsius. Met deze tempratuur verbrand je de barbecue rub (gedroogde kruiden en specerijenmengsels) niet én krijg je wel dat lekkere knapperige velletje.”

3. De kracht van goede barbecue kruiden en sauzen

“Veel mensen weten niet wanneer of hoe ze barbecue kruiden of sauzen moeten gebruiken. Barbecue rubs bevatten naast de kruiden ook vaak suiker. Dit zorgt voor het lekkere, knapperige korstje bij lagere temperaturen. Als je deze mengsels royaal op een steak strooit en deze vervolgens op een hete barbecue grilt, verbranden de suikers in no-time en heb je een bittere wrange smaak als gevolg. Hetzelfde geldt voor barbecue marinades en sauzen. Deze bevatten vaak veel suiker zodat je vlees een mooie glans en lekkere smaak krijgt. Gebruik je deze echter verkeerd, bijvoorbeeld door te grillen op hoge temperaturen of je spareribs te vroeg in te kwasten, dan ligt het gevaar van verbranden op de loer.”

4. Het gouden uur

“Barbecueën kost tijd. Door jezelf niet de tijd te gunnen die nodig is, lever je in op het eindresultaat. Begin daarom op tijd, steek de barbecue vroeg aan, stabiliseer je temperatuur en houd deze minstens tien minuten constant alvorens je de ingrediënten op het rooster legt. Als vuistregel houd ik aan dat je de barbecue één uur van tevoren aansteekt.”

5. Keep it simple!

“Ergens is het er ingeslopen dat als we barbecueën, het altijd veel verschillende dingen moeten zijn die ook nog eens tegelijk af moeten zijn. Je maakt het jezelf daarmee behoorlijk lastig. Alles tegelijkertijd in de gaten houden, en het behouden van de juiste – en vaak verschillende – bereidingstemperaturen is een behoorlijke opgave. Je kunt dus beter één gerecht maken en daarmee flink uitpakken. Zo kan je je goed focussen op het perfecte eindresultaat.”